We zetten de belangrijkste cijfers even op een rijtje. Antwerpen telde in 2010 5.846 leefloners (dossiers) op een totale bevolking van 492.149 inwoners. In Gent zijn er dat met 5.124 bijna even veel, maar dan wel op een bevolking van 246.719 inwoners, de helft van Antwerpen. In vergelijking met Antwerpen (1,19% van de inwoners) telt de stad Gent dus bijna dubbel zoveel leefloners (2,08%). Hoe zou dat toch komen? Ook opvallend: het aantal tewerkgestelden bedraagt in Antwerpen 24,02% van alle leefloners in 2010, in Gent amper 5,74%. Deze cijfers laten dus vooral een gigantisch verschil in activeringsbeleid zien tussen Gent en Antwerpen. Antwerpen zet een kwart van alle leefloners aan het werk, in Gent is dat vijf keer minder. Met 5,74% leefloners in een zogeheten activeringstraject haalt Gent trouwens de laagste score van alle Vlaamse centrumsteden. Die doen het gemiddeld drie keer beter dan Gent. Het Gentse OCMW-beleid scoort met andere woorden bijzonder slecht.

Deze cijfers bevestigen wat elke Gentenaar al lang weet en ziet: wie een uitkering wil en voor de rest met rust gelaten wil worden, die moet in Gent zijn. In Antwerpen lijkt het erop dat ze helpen wie aan de slag wil, in Gent doet het er niet toe. Dat de toelage bovenop het leefloon in Gent gemiddeld lager is dan in Antwerpen, zal men er dan maar bijnemen. Dat is tenslotte maar een extraatje. Veel belangrijker is dat men in Gent geld krijgt schoon in het handje en dat men verder met rust gelaten wordt. Vandaar ook het zo fel besproken aanzuigeffect.

Dat bewijst eens te meer dat de liberale OCMW-voorzitter Geert Versnick en de paarse coalitie hebben laten betijen. Gent is recordhouder in leefloners. Kijk naar het budget van het OCMW en je weet genoeg. Dit is een steeds grotere bedreiging voor het sociaal weefsel van de stad.

Maar nog veel verontrustender voor de Gentenaars zijn de verklaringen van Groen-kopstuk (en naar verluidt kandidaat OCMW-voorzitter) Dirk Holemans in De Ochtend op Radio 1. Als hem wordt opgemerkt dat men in Antwerpen niet alleen meer mensen aan het werk zet, maar dat men er ook ‘strenger is aan de toegangspoort’, zegt Holemans dat hij daartegen is. De poort moet met andere woorden nog makkelijker open worden gezet. Net als zijn partijgenote Elke Decruynaere aarzelt Holemans geen seconde om het Antwerpse beleid te veroordelen en onwettig te noemen.  Voor Groen moeten er meer mensen door het Gentse OCMW worden opgevangen, met meer geld ook.

Als de socialisten al ooit de bedoeling hadden om lessen te trekken uit de fouten uit het verleden, zal partner Groen hen in hun Gentse kartel wel op het rechte (linkse) pad houden. Blijkbaar hebben ze het nog altijd niet begrepen. En ook in Antwerpen hengelt Groen nu al openlijk naar een linkse coalitie met de SP.A, met alle mogelijke gevolgen vandien voor het Antwerpse OCMW-beleid. Antwerpen heeft geen roodgroene trendbreuk nodig, maar precies het omgekeerde. Want de stad geeft vandaag gemiddeld meer extra geld aan leefloners dan de andere centrumsteden. En het grootste pijnpunt blijft de zeer povere doorstroming van geactiveerde leefloners naar de reguliere economie. Antwerpen laat mensen werken voor hun uitkering in tegenstelling tot Gent, maar daar houdt het dan ook op.

De N-VA staat voor een totaal ander beleid. In Antwerpen proberen we al zoveel mogelijk leefloners aan de slag te krijgen. Een leefloon mag immers geen hangmat zijn, maar wel een tijdelijke opvang voor wie het echt nodig heeft. In ruil voor dat leefloon vragen we aan de ontvangers om zo veel mogelijk inspanningen te leveren om een job te vinden. Een job blijft immers de beste en meest structurele bescherming tegen armoede. In sommige andere steden gaat men nog verder. In Rotterdam krijgt binnenkort niemand nog een leefloon als die in ruil niets doet voor de samenleving. In Mechelen heeft men de toelage bovenop het leefloon helemaal afgeschaft. Gevolg? 30 % minder leefloners.

De N-VA wil een écht sociaal beleid, waar mensen die écht in de problemen zitten beter geholpen worden dan vandaag. Een beleid dat weet dat als iemand één euro krijgt van de gemeenschap, er iemand anders voor die ene euro heeft moeten werken. De keuze voor de burger tussen de N-VA of de rood-groene as in Vlaanderens grootste steden is daarmee klaar en duidelijk.