Provinciebestuur kiest voor focus, duurzaamheid en impact

Voor 1,9 miljoen inwoners en 67 steden en gemeenten van de provincie Antwerpen werkte het provinciebestuur een ambitieus meerjarenplan uit. Vandaag stelt ze deze plannen voor aan de provincieraadsleden. De provincie Antwerpen is een financieel gezond bestuur, “een provincie die telt”, maar het gaat om meer dan enkel over cijfers.

Als bovenlokaal overheidsniveau bestaat de belangrijkste taak van de provincie erin om lokale besturen te ondersteunen. Niet alleen met kennis maar ook met gerichte investeringen. Deze legislatuur investeert de provincie Antwerpen 368 miljoen euro in wat de provincie sterker maakt: veilige fietsinfrastructuur, ruimte voor ondernemen, klimaatrobuuste natuur, toekomstgerichte landbouw, innovatief onderwijs en laagdrempelige natuur- en recreatiedomeinen.   

Voor de komende zes jaar heeft het provinciebestuur zes belangrijke beleidsaccenten bepaald. 

De provincie stroomlijnt haar organisatie en concentreert haar middelen op de grondgebonden bevoegdheden. Zo wordt ingezet op een duurzame en geïntegreerde aanpak van ruimtelijke ordening, economie, mobiliteit, landbouw, recreatie, milieu en natuur. Door die scherpe focus wordt versnippering tegengegaan en wordt er meer impact gerealiseerd per geïnvesteerde euro.

De provincie voert tijdens deze legislatuur een belastinghervorming door en schaft de algemene provinciebelasting voor gezinnen en alleenstaanden af. Tegelijk worden de opcentiemen op de onroerende voorheffing verhoogd van 145 naar 160, een beperkte maatregel om ruimte te creëren om te investeren. Door die hervorming daalt de algemene provinciale belastingdruk structureel met ruim 90 miljoen euro deze legislatuur.

De provincie versterkt haar rol als partner van de lokale besturen. Ze breidt haar aanbod en dienstverlening verder uit, met maatgerichte ondersteuning via de Dienst Lokale Besturen en een geïntegreerde gebiedsgerichte werking. Onder meer rond complexe thema’s zoals waterbeheer, ruimtebeleid of detailhandel voorziet de provincie strategische begeleiding die lokale besturen ontlast en versterkt. Voor wonen en detailhandel betekent dat dat steden en gemeenten toegang krijgen tot actuele data, analyses en praktische tools om betaalbaarheid te verbeteren, handelskernen te versterken en hun lokale economie duurzaam uit te bouwen.

De provincie bouwt verder aan haar reputatie als dé fietsprovincie van Vlaanderen. Ze legt twee nieuwe fietsostrades aan, de F103 (Lier–Herentals) en de F104 (Lier–Heist-op-den-Berg), en blijft investeren in verkeersveiligheid en duurzame mobiliteit. De provincie werkt daarnaast verder aan de optimalisatie van de F1 Antwerpen – Mechelen en de F106 Herentals – Aarschot. Er wordt een bedrag van 111 miljoen euro voorzien voor de eigen aanleg van fietsinfrastructuur. Tegelijk kunnen gemeentes rekenen op subsidies voor de aanleg van bovenlokale fietsinfrastructuur, waarvoor 10,2 miljoen euro gebudgetteerd wordt. Vandaag begeleidt de provincie reeds 58 lokale besturen op weg naar nul verkeersslachtoffers en dat engagement breidt de provincie verder uit.

De provincie ontwikkelt een landbouwbeleid waarin de landbouwer opnieuw centraal staat. Er is aandacht voor evenwicht tussen ecologie en economie. Innovatie, duurzaamheid en praktijkgericht onderzoek blijven daarbij leidend. Als kennismotor ondersteunt de provincie landbouwers met expertise die hen helpt om te evolueren naar een duurzame en economisch leefbare toekomst. Met haar onderzoekscentra, Hooibeekhoeve en het Proefbedrijf Pluimveehouderij, versterkt de provincie vernieuwende inzichten en praktische oplossingen die direct toepasbaar zijn op het terrein. 

De provincie blijft onverminderd inzetten op de realisatie van haar klimaatdoelstellingen. Opnieuw worden ambitieuze doelen gesteld: de realisatie van 150 hectare natte natuur en 150 hectare nieuw bos, het herstel van 10 beekvalleien en de ontharding en vergroening van nog eens 500 speelplaatsen. In watergevoelige landbouwgebieden zet de provincie in op klimaatrobuuste oplossingen die zowel natuur als de landbouwer ten goede komen.